7 februari 1988: onvrijwillig in het Westen

Bärbel Bohley bij de grote demonstratie in Oost-Berlijn op 4 november 1989. Afb.: Bundesarchiv, Bild 183-1989-1104-045

Bohley demonstreert op 4-11-1989 in Oost-Berlijn. Afb.: Bundesarchiv, Bild 183-1989-1104-045

door Christie Miedema

‘Bis ich mich hier durchfinde, muss ich noch einmal so alt werden. Es ist eben eine andere Gesellschaft.’ Bärbel Bohley, Oost-Duits burgerrechtenactiviste, was toen ze dit in haar dagboek schreef vier weken in West-Duitsland, maar kon haar verwondering nog niet op. Op 7 februari, vandaag 25 jaar geleden, verliet zij tegen haar wil de DDR waar zo velen met grote risico’s uit vluchtten. In de Bondsrepubliek vond ze geen alternatief.

Samen met Bohley werden nog zes prominente leden van de Oost-Duitse vredesbeweging het land uitgezet. Ook Lotte en Wolfgang Templin, Stephan Krawczyk, Freya Klier, Werner Fischer en Ralf Hirsch moesten weg, terwijl ze, in tegenstelling tot vele landgenoten, de DDR juist niet wilden verlaten.

Dat zij desondanks ausgebürgert werden, een lot dat voor hen enkele andere onwelgevallige Oost-Duitse activisten had getroffen, was een gevolg van een reeks gebeurtenissen die startte op 17 januari 1988. Op deze dag, de traditionele herdenking van de dood van de communistenleiders Rosa Luxemburg en Karl Liebknecht, was de officiële door de staat georganiseerde demonstratie opgeschrikt door een demonstratie van zogenaamde Ausreisewilligen. Het kwam tot arrestaties en de demonstranten werden in feite uiteindelijk beloond met wat ze wilden: de mogelijkheid een nieuw leven op te bouwen in het Westen.

Deze demonstratie had het gewenste effect gehad op hen die de DDR wilden verlaten, maar het zou ook zijn effect hebben op een groep activisten die had besloten niet deel te nemen. Lees verder