Conferentie: Meer Nederlandse studenten naar Duitsland

door Hanco Jürgens

Kansen verzilveren, zo heette de conferentie deze week in Nijmegen over studeren in Duitsland. De conferentie was geen overbodige luxe, merkte ik bij de workshop met studenten, docenten en onderwijsbestuurders die ik voorzat. Er zijn wel degelijk uitwisselingsprogramma’s met Duitsland, maar van Nederlandse zijde blijft de aanmelding vaak achter bij het aanbod. Terwijl het voor Nederlandse studenten heel interessant kan zijn om de blik over de grens te richten. In Duitsland wordt veel geïnvesteerd in onderwijs en innovatie, veel meer dan hier.

De sessie die ik voorzat ging over problemen en kansen voor Nederlandse studenten die in Duitsland willen studeren. De problemen laten zich samenvatten onder drie thema’s: informatievoorziening, flexibiliteit en imago.

Omdat er een overdaad is aan informatie op internet over het Duitse hoger onderwijs, vinden Nederlandse studenten maar moeilijk hun weg. Waar kunnen studenten het beste terecht? Het DIA gaat een portal opzetten waarin alle informatie over Duitse universiteiten voor Nederlandse studenten overzichtelijk gerubriceerd wordt. Studeer je nieuwste geschiedenis aan de UvA? Dan raden we je aan de master geschiedenis en politiek in de twintigste eeuw aan de Friedrich-Schiller universiteit Jena te volgen. Zo concreet wordt de informatie op deze site.

Flexibiliteit is vooral geboden bij grensoverschrijdende samenwerkingsprojecten. Zowel studenten als docenten moeten zich aanpassen aan de onderwijscultuur van het buurland. Aanvullend taalonderwijs kan veel problemen wegnemen. Of Nederlandse studenten zouden in Duitsland bijvoorbeeld hun papers ook in het Engels moeten kunnen schrijven. Dat hangt natuurlijk af van docenten ter plaatse.

Daarnaast is het belangrijk om cultuurverschillen te onderkennen. Dat geldt in het bijzonder voor de waardering van vakken. In Duitsland wordt veel hoger gecijferd dan in Nederland. Een studente die in Amsterdam afstudeerde met een 7 voor haar masterscriptie, kreeg voor haar tweede masterscriptie in Berlijn een 1. In Nederland is dat omgerekend een 9 of een 10. Nederlandse studenten die zich inschrijven voor excellente tracés in Duitsland moeten dus duidelijk maken hoe ons puntensysteem werkt. Gebeurt dat niet, dan zijn ze in Duitse ogen vaak niet excellent genoeg. En docenten moeten hun aanbevelingsbrieven aanpassen: een goede student is dus niet gewoon goed maar excellent, zo mogelijk de beste student van het jaar. De zuinige Nederlandse beoordeling volstaat niet in het Duitse klimaat.

Het derde onderwerp in de sessie was het imago van Duitse universiteiten in Nederland. Dit is eerder een Nederlands dan een Duits probleem. Nederlandse studenten willen over het algemeen liever naar de zon of naar Amerika om te studeren dan naar Stuttgart of Rostock. Om dat te veranderen, moet Duitsland al meer bekendheid krijgen bij scholieren uit het voortgezet onderwijs. Bijvoorbeeld door uitwisselingsprogramma’s en door meer aandacht voor de Duitse taal en cultuur, niet te vergeten de Duitse film, was een van de aanbevelingen in de workshop.

In het onderwijsaanbod op universiteiten, in het bijzonder bij studies als economie, bedrijfskunde en politicologie, moet ook meer aandacht voor Duitsland zijn. Er worden vaak cursussen aangeboden over de politiek en economie van Amerika of Nederland, maar als het over Duitsland gaat is al snel de vraag: waarom zou men het over één specifiek land moeten hebben?

Andere aanbevelingen waren: meer gerichte informatie op onderwijswebsite Studieweb, bij studieverenigingen en studentenvakbonden. Voor wie zich inschrijft voor een master op een van de Berlijnse universiteiten, is enige hulp bij de ingewikkelde papierwinkel handig. Het beste werkt het als docenten zelf de contacten leggen. Goed voorbeeld doet goed volgen: docentenuitwisseling is een belangrijke voorwaarde voor studentenmobiliteit. Zo ben ik zelf ooit naar het prestigieuze Leibniz Institut für Europäische Geschichte in Mainz gestuurd door mijn hoogleraar, die er vele jaren eerder ook onderzoek had gedaan. Daar kwam ik in contact met jonge historici uit de hele wereld, van Japan tot de VS, die ik ergens anders nooit had leren kennen.

Om aan de vele praktische problemen tegemoet te komen maken de Deutsche Akademischer Austausch Dienst en het Nederlandse ministerie van Onderwijs geld vrij voor een Duitslanddesk – het centrale informatiepunt in Nederland over studeren in Duitsland – en een beurzenprogramma, die worden ondergebracht bij het Duitsland Instituut Amsterdam (DIA). Studenten en promovendi die in aanmerking willen komen voor een beurs, kunnen zich aanmelden bij het DIA-Graduiertenkolleg.

Plaats een reactie